Op bedenkelijke wijze heeft GS van de Provincie in 2017 ingestemd met het ontwikkelen van een bedrijventerrein van 5 hectaren aan de Trekdijk.
Na uitkomen van het toen in feite nog concept-bedrijventerreinprogramma zou zowel het college van Vlissingen als GS er onder voorbehoud mee hebben ingestemd.
Maar GS zou het bedrijventerreinprogramma pas definitief vaststellen nadat het college van Vlissingen na raadsconsultatie in juni 2017 definitief akkoord zou gaan.
In de adviesraadvergadering in Vlissingen van 29 juni 2017 werd dit vooraf nadrukkelijk door wethouder John de Jonge medegedeeld. Omdat de raad het voorbehoud van GS niet vertrouwde, las hij even later een brief voor van GS waaruit bleek dat er inderdaad sprake was een voorbehoud. Blijkbaar werd wel door GS van de wethouder verwacht dat hij de raad ervan zou "overtuigen" dat de Trekdijk, ondanks dat er eigenlijk al sprake was van een licht overaanbod, niet nadelig voor Vlissingen zou zijn. In het voorstel tot advies stond dan ook wat cryptisch: "De Trekdijk wordt op deze wijze complementair aan het bestaande aanbod van bedrijventerreinen op Walcheren". Het ging bovendien om grote logistieke bedrijven van minstens 2 hectaren met buitenopslag, van over het algemeen een relatief hoge milieucategorie en weinig werkgelegenheid. Kortom bedrijven, die Vlissingen niet zou kunnen of willen faciliteren. Het college van Vlissingen stond dan ook "in beginsel" positief ten opzichte van het bedrijventerreinprogramma inclusief 5 hectaren Trekdijk. 5 hectare Trekdijk is slechts 1e fase. Raad Vlissingen adviseert college niet in te stemmen Na vooraf door de werkgroep Trekdijk op deze "slordigheid" te zijn geattendeerd, erkent wethouder de Jonge dat in het bedrijventerreinprogramma de genoemde hoeveelheid direct uitgeefbare grond op Arnestein één hectare hoger is, dus er is nog meer overaanbod. Dat 5 hectare Trekdijk slechts de eerste fase betreft van totaal 18 hectaren, was overigens niet in het voorstel tot advies vermeld. Het college van Middelburg weigert, zelfs onder geheimhouding, de raad te informeren welke bedrijven, naar de Trekdijk zouden willen en waar ze dus op hun bestaande locatie ruimte achter laten. Ook wethouder de Jonge kreeg dit niet te horen, dus weet hij niet zeker of er geen bedrijven uit Vlissingen naar de Trekdijk gaan verhuizen. Hij erkent tevens dat Middelburg veel meer dan 5 hectaren Trekdijk wil ontwikkelen. Het leidt ertoe dat de Vlissingse raad massaal het college adviseert niet in te stemmen met de Trekdijk. Door motie in Middelburg besluit Vlissingen niet in te stemmen met Trekdijk In de 3 juli aangenomen motie in Middelburg, werd de Trekdijk als locatie voor de beoogde bedrijvigheid ter discussie gesteld. Het Middelburgse college werd via de motie verzocht ruim de tijd te nemen om andere invullingen en andere locaties te onderzoeken en begin 2018 met voorstellen te komen na relevant overleg met de provincie Zeeland en de twee andere Walcherse gemeenten. Door dit nieuwe feit en omdat bovendien de Vlissingse raad op 29 juni hun college massaal had opgeroepen niet in te stemmen met de Trekdijk, besloot het Vlissingse college op 18 juli niet in te stemmen met wat er over de Trekdijk in het bedrijventerreinprogramma was opgenomen. Doorgestoken kaart van GS met college Middelburg? Merkwaardigerwijs trok het college van GS zich van het eerder gedane voorbehoud van goedkeuring door de Vlissingse raad niets aan. Ook de Statenfractie van de SP bleek, gezien herhaalde tegenstrijdige uitlatingen van gedeputeerde Schönknecht, onaangenaam verrast. Zie de brief aan het college van GS en het merkwaardige antwoord op vraag 11: Het besluit van GS hield rekening met goedkeuring door de raad. De raadpleging van de raad in Vlissingen bleek dus gewoon een wassen neus. GS had blijkbaar vooraf aan het college van Middelburg toegezegd dat ze zich er niets van aan zou trekken en Middelburg daarmee zou steunen om de Trekdijk niet te moeten afwaarderen, althans voorlopig. ( In april 2018 heeft de SP overigens opnieuw vragen gesteld over de status van het bedrijventerreinenprogramma en de financiële risico's. Uit de antwoorden is ons wel duidelijk dat de consequenties van de nieuwe BBV-richtlijnen GS hebben doen besluiten Middelburg te helpen. Boze tongen beweren dat GS blijkbaar wilde voorkomen dat naast buurgemeente Vlissingen ook Middelburg onder de artikel 12-status zou vallen. Want dat zou ook GS te verwijten zijn geweest. Als GS, zoals toegezegd de raadpleging van de raad in Vlissingen, wel had afgewacht, zou te laat zijn voor Middelburg om de accountant gerust te stellen. Dat moest blijkbaar koste wat kost worden voorkomen. Waarom is toelichtende memo bij bedrijventerreinprogramma aangepast? Het openbare raadsinformatiesysteem bevat bij de raadsstukken van de commissievergadering van 22 mei 2017, waarschijnlijk abusievelijk, twee versies van de toelichting bij het bedrijventerreinprogramma: Een blijkbaar aanvankelijk "geheime" memo waarin staat "Het college van Vlissingen zal het programma aan de gemeenteraad voorleggen". En de openbare memo waarin dit is weggelaten. De accountant mocht blijkbaar niet gaan twijfelen of Vlissingen wel met de Trekdijk zou instemmen. Waarom moest accountant voortijdig geïnformeerd? Op 4 juli 2017 zouden de financiële jaarstukken over 2016 in de raad worden behandeld. Op pag. 10 van het accountantsverslag (let op: is 6 MB) staat iets opmerkelijks, temeer daar Vlissingen pas op 18 juli zou besluiten of ze instemde met het bedrijventerreinprogramma: Wij begrijpen van het college dat er met betrekking tot bedrijventerreinen inmiddels wel overeenstemming is bereikt met de Walcherse gemeenten en dat dit plan tevens op korte termijn door de provincie Zeeland wordt behandeld. Voorgaande jaren had de accountant nog gewaarschuwd voor te optimistische verwachtingen over afzet van bedrijventerrein, zeker zolang daar geen regionale afspraken over zijn gemaakt. Gezien de tijdsdruk heeft het college van Middelburg op de motie van 3 juli ongebruikelijk snel gereageerd, althans afgaande op de datum: 6 juli. De memo zelf kwam overigens pas 18 juli ter beschikking van de raad. In ieder geval is duidelijk dat de opdracht in de motie van 3 juli om hierover eerst met met Veere, Vlissingen en de provincie te overleggen, door het college is genegeerd. |